|
In haar boek Niet storen (1997) reikt Saar Roelofs (potentiële) cliënten onder meer middelen aan om te zien of ze bij een bepaalde hulpverlener al dan niet in goede handen zijn. Cliënten dienen zodanig geïnformeerd te worden dat ze in staat zijn de hulpverleningsrelatie mede vorm te geven zodat de relatie een samenwerkingsrelatie wordt die niet eenzijdig door de hulpverlener wordt gedefinieerd.Wellicht kan deze info mensen die in therapie zijn of gaan, aanmoedigen om niet alleen te af te gaan op de visie van de hulpverlener maar ook te vertrouwen op hun eigen inzichten in wat nuttig en zinvol voor hen is. De onderstaande passage uit Niet storen betreft de problemen van vluchtelingen en is gebaseerd op een intern rapport van de afdeling Preventie, Innovatie & Onderzoek (P,I & O) in de Riagg Zuid Kennemerland (Haarlem e.o.) anno 1994. Die afdeling benadrukte - evenals de afdelingen P, I & O in de overige Riagg's - dat behalve aan innerlijke psychische processen ook aandacht moet worden besteed aan de sociaal-maatschappelijke factoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan en de instandhouding van de problemen. De behandelafdelingen hadden doorgaans geen boodschap aan de inzichten van de afdelingen P,I & O. Vanaf 2013 zijn die afdelingen uit de ggz-instellingen verdwenen. Lees hier meer over deze ontwikkeling. De onderstaande passage is nog steeds actueel.
De huidige ggz Een
onderzoek van de Universiteit van Amsteram uit 2025
Vluchtelingen en migranten vinden vaak juiste GGZ-zorg niet laat
zien dat de vluchtelingenhulp nog steeds tekort schiet.
Passage uit Niet storen (1997) INHOUD De complexe problematiek van vluchtelingen Een adequaat hulpverleningsprogramma voor vluchtelingen "Een plaatsje onder de zon" voor getraumatiseerde mensen
|
|
De complexe problematiek van vluchtelingen Een vluchteling is een persoon die gedwongen zijn of haar land is ontvlucht vanwege oorlog, geweld of vervolging, en in ons land - al dan niet met een verblijfsvergunning - woont. Door stress voor, tijdens en na het migratieproces lopen vluchtelingen een verhoogde kans op het ontwikkelen van een PTSS. De vluchtelingen in Nederland zijn [anno 1992] voornamelijk afkomstig uit Iran, Irak, Zaïre, Somalië en het voormalig Joegoslavië. De problematiek van vluchtelingen is complex. Zij hebben plotseling huis en haard moeten verlaten met achterlating van familie, vrienden en bezittingen, en komen vaak pas na vele omzwervingen in ons land aan. Velen hebben te maken gehad met traumatische ervaringen: met vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit of politieke overtuiging, met intimidatie, repressie, gevangenschap, ontberingen, folteringen en seksueel geweld - met de verschrikkingen van de oorlog. Zij zijn er zelf het slachtoffer van of zijn daar getuige van geweest. Vluchtelingen hebben vaak last van een PTSS. In Nederland aangekomen, belanden zij in een vreemde cultuur en spreken zij de taal niet. Zij leven afgezonderd van de samenleving in aparte centra. In afwachting van een verblijfsvergunning zijn zij gedwongen tot passiviteit. Zij mogen niet werken, niet eens voor zichzelf koken. Ze kunnen hun eigen leven nauwelijks beïnvloeden. Zij voelen zich niemand en verliezen vaak hun zelfrespect. Het gebrek aan toekomstperspectief, de langdurige onzekerheid over hun verblijfsstatus en de angst voor repatriëring leiden tot gevoelens van intense machteloosheid, waardoor de reeds bestaande psychische problemen verergeren. Vluchtelingen zijn vaak psychisch sterke mensen. De reden voor de vlucht uit hun vaderland is immers meestal verzet tegen onderdrukking. Een deel van de vluchtelingen vindt de weg naar de ggz. Het gangbare ggz-aanbod is echter niet afgestemd op vluchtelingen.
Een adequaat hulpverleningsprogramma voor vluchtelingen
Verkorte aanmeldingsprocedure
Kennis over de achtergrond van de
vluchteling
Traumaverwerking
Bijscholing m.b.t. hulp
bij trauma's
Hulp bij sociaal-maatschappelijke
problemen [zie ook de huidige stand van zaken: De behandeling van trauma's is nog altijd niet vanzelfsprekend.]
Omdat de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in het algemeen te weinig aandacht aan traumatische ervaringen besteden, werd in 1985 een speciaal Instituut voor Psychotrauma opgericht. Dit instituut geeft voorlichting, verzorgt trainingen voor hulpverleners, doet onderzoek naar traumatische ervaringen en behandelt getraumatiseerde personen. De directeur in een interview: "We zijn opgericht vanuit de ervaring dat er te weinig aandacht was voor traumatisering, voor slachtofferschap. Met name in de GGZ was er toch weinig aandacht voor het feit dat mensen nare dingen kunnen meemaken die hun leven ingrijpend kunnen veranderen. Eigenlijk is het Instituut opgericht om een plaatsje onder de zon te bevechten voor getraumatiseerde mensen." In dit interview wijst hij ook op het lot van vluchtelingen: "Dan zijn er de laatste tijd veel ernstig getraumatiseerde mensen aan onze bevolking toegevoegd en dat zou in de toekomst nog best een probleem kunnen worden en dan bedoel ik de vluchtelingen. Een aanzienlijk aantal vluchtelingen is getraumatiseerd. Ik ben er wel zorgelijk over of voor hen wel voldoende faciliteiten bestaan. Als je nu niet behandelt, wordt het steeds moeilijker. Onbehandelde getraumatiseerden gaan sowieso ernstige problemen krijgen."
Bron: Mooren, T. (1995). Slachtoffers als dagelijks werk. In gesprek met Carlo Mittendorf. De Psycholoog 30, 183-185.
|