De verhaallijn van de schilderijencyclus Het Meisje en de wolF door Saar Roelofs is deels gebaseerd op Simon Wiesenthals boek Max en Helen, een waargebeurd verhaal. De kern van dit verhaal luidt als volgt. In het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn Max en Helen jonge geliefden. Beiden zijn Joods. Samen met Helens zus Miriam worden ze gedeporteerd naar een concentratiekamp waar de sadistische kampcommadant Werner Schulze het bevel voert. Met enkele andere gevangenen weet Max te ontsnappen. Helen weigert te vluchten omdat zij voor haar zieke zusje Miriam wil blijven zorgen.* De kampcommandant verkracht Helen. Hiermee maakt hij zich - in termen van de nazi-ideologie - schuldig aan ‘rassenschande’, waarop in nazi-Duitsland zware straffen stonden. De commandant raakt gehecht aan zijn slachtoffer en dwingt haar in zijn huis te komen wonen. Helen onderwerpt zich aan de terugkerende verkrachtingen. Zo is ze in staat Miriam in leven te houden. De prijs die zij voor deze "gunst" moet betalen, is uitermate hoog: zij gaat zichzelf verafschuwen. Helen raakt zwanger. Om die reden spaart de kampcommandant haar leven. Miriam wordt samen met vele anderen vermoord. Helen overleeft het kamp. Na de oorlog bevalt ze van een zoon. Max en Helen verhaalt verder over Wiesenthals besluit om de kampcommandant niet te vervolgen teneinde Helens zoon, die niet weet dat zijn vader een nazi is, te sparen. Het meisje en de wolf volgt Wiesenthals boek niet letterlijk. Zo is aan zijn verhaal bijvoorbeeld een vrouwelijke misdadiger toegevoegd. Max en Helen is tweemaal verfilmd, in 1990 door Philippe Saville en 2015 door Giacomo Battiato.. * Alle namen in Wiesenthals boek zijn fictief. Zie ook: Een
verhaal van vele tijden Als
een bijl in hardgevroren ijs
|