Schilderijen
Inner world
Het meisje en de wolf
Portretten
Musici
Landschappen

Boeken
Niet storen. Een kritische beschouwing over de Riagg 
Wie is er nu gek? Over kronkels in de therapeutische relatie

Nog altijd & Cement. Levensverhalen van Auschwitz-overlevenden
Tien componistenportretten in woord en beeld
Keerpunt. Over persoonlijke crises en kansen

Praktische 
info  over 
de ggz hulp

 CV  Saar Roelofs

Geen talent voor volgzaamheid: 
ervaring als psycholoog in de ggz


saar.roelofs@xs4all.nl 

© Partner  Productions

 


 

DE GGZ-HULPVERLENER

ALS WERELDBURGER

Passage uit dr. Saar Roelofs' boek NIET STOREN (1997)

nog steeds actueel

 

Klik op de cover links voor recensies van Niet storen

 

In Saar Roelofs' boek Niet storen uit 1997 wordt aan de hand van de vakliteratuur, dossieronderzoek en eigen observaties (als afdelingshoofd, onderzoeker & gedrags-therapeut in de ggz) de status quo van de instellingen voor ambulante ggz uit die tijd beschreven. Het boek deed destijds veel stof opwaaien. 

Er was in de ggz in het laatste decennium van de vorige eeuw sprake van een geringe aandacht voor culturele diversiteit. Maar dat begrip was destijds nog niet in zwang.

Hieronder volgt een passage uit Niet storen (1997) waarin melding wordt gemaakt van in de Riagg's toen nog bestaande afdelingen Preventie, Innovatie & Onderzoek die in de regel wel aandacht voor culturele diversiteit haddden. Die afdelingen poogden op basis van literatuurstudie en kleinschalig onderzoek onder meer vernieuwingen in de hulpverlening te introduceren waaronder vluchtelingen-, migranten- en vrouwenhulpverlening.

Vanaf 2013 zijn die afdelingen uit de ggz-instellingen verdwenen.* **
De aanbevelingen van de afdelingen zijn in de huidige ggz echter nog steeds van belang.

*Ruiter, M. e.a. (2013). GGZ- en verslavingspreventie in het nieuwe zorglandschap. Trimbos-intsituut.

** Lees hier meer over deze ontwikkeling

 


 

Welke vernieuwingen introduceren de afdelingen Preventie, Innovatie & Onderzoek in de Riagg’s? Met andere woorden: wat hebben vluchtelingen-, migranten- en vrouwenhulpverlening gemeen?

De hulpverlener, die handelt in de geest van de innovatieprojecten, is zich bewust van de waarden, normen en vooroordelen die hij of zij van huis uit heeft meegekregen. Binnen de behandelkamer laat hij/zij die zo veel mogelijk los en treedt de cliënt onbevangen tegemoet - of die cliënt nu uit Zaïre, Iran, Staphorst of Amsterdam komt, in een villawijk of een volkswijk woont, of die nu een stoflong heeft of een informatievermoeidheidssyndroom, of die man of vrouw, zwart of wit, moslim, boeddhist of Nederlands-hervormd is. Tegelijkertijd beseft de hulpverlener dat de cliënt uit Zaïre, bijvoorbeeld, een totaal andere culturele achtergrond heeft dan de cliënt uit Staphorst, dat mannen anders zijn opgevoed dan vrouwen, dat de politieke achtergrond van een Iranees hemelsbreed verschilt van die van een Amsterdammer, dat een allochtone cliënt minder kans heeft op maatschappelijk succes dan een autochtone cliënt, dat arbeid voor een schoonmaker iets anders betekent dan voor een musicus. De hulpverlener beseft dat kennis over de politieke en sociaal-maatschappelijke achtergrond van een cliënt van belang is voor een goed begrip van diens problematiek. Kortom, de hulpverlener is bereid om zich in de belevingswereld van de cliënt te verplaatsen. Hiermee legt hij zijn rol van provinciaal af en wordt hij een wereldburger.

De bereidheid om zich in de belevingswereld van de cliënt te verdiepen, houdt in dat het verhaal van de cliënt en diens hulpvraag centraal staan. De hulpverlener luistert naar wat zijn cliënt te vertellen heeft. Hij of zij heeft een open oor naar de geweldservaringen, de onderdrukking en de maatschappelijke achterstelling van zijn/haar cliënt. Hiervoor stelt hij/zij de cliënt niet zelf verantwoordelijk. Hij of zij gaat dus niet bij voorbaat op zoek naar 'onderliggende persoonlijkheidsproblematiek'. Met de bereidheid om zich in het verhaal van de cliënt te verdiepen, vervalt de behoefte om de problematiek van de cliënt - bij wijze van diagnose - met een grof classificatie-instrument in een psychiatrische categorie onder te brengen. Het verhaal van de cliënt vormt nu de diagnose. Want ieder mens draagt een uniek universum aan beelden, indrukken en ervaringen met zich mee. Of zoals de neuroloog Oliver Sacks het zegt in De man die zijn vrouw voor een hoed hield:

"Als we iets willen weten omtrent een mens, vragen we: `Wat is zijn verhaal, het echte verhaal van zijn binnenste?’ Want elk van ons is een biografie, een verhaal. Elk van ons is een vertelling die door ons voortdurend wordt opgebouwd - door middel van onze waarnemingen, onze gevoelens, onze gedachten, onze handelingen, en niet in de laatste plaats door wat we zeggen, door onze gesproken verhalen.”

 

Zie ook de passage uit Niet storen (1997): Vluchtelingenhulp in de ggz schiet te kort. Een voorstel tot innovatie.

 

© copyright: Saar Roelofs , 1997




Schilderijen
Inner world
Het meisje en de wolf
Portretten
Musici
Landschappen

Boeken
Niet storen. Een kritische beschouwing over de Riagg 
Wie is er nu gek? Over kronkels in de therapeutische relatie

Nog altijd & Cement. Levensverhalen van Auschwitz-overlevenden
Tien componistenportretten in woord en beeld
Keerpunt. Over persoonlijke crises en kansen

Praktische 
info  over 
de ggz hulp

 CV  Saar Roelofs

Geen talent voor volgzaamheid: 
ervaring als psycholoog in de ggz


saar.roelofs@xs4all.nl 

© Partner  Productions